Summary lezingen

428.080 (gastspreker Paul Frissen)

Steeds meer jongeren krijgen jeugdzorg: 428.000 heeft het CBS uitgerekend. Nog meer jongeren hebben jeugdzorg nodig. De moeilijkste, zware hulpvragen blijven liggen. De VNG dreigt in een open brief de gedecentraliseerde jeugdzorgtaken terug te leggen bij het Rijk. En over passend onderwijs bericht DUO – onverdachte bron, toch? – dat resultaten teleurstellend zijn. Wat is er toch aan de hand met onze jeugd, die steevast ook de gelukkigste ter wereld is?

We zien hier verschillende logica’s van de moderniteit en in het bijzonder de verzorgingsstaat aan het werk. De wil tot weten en de daaruit voortvloeiende classificerende diagnostiek; de waarde van gelijkheid, die botst op de wereld van verschil; de toenemende normalisering die hiermee gepaard gaat; de zogenaamde fouten van de derde soort (generiek bezuinigen dat altijd de meest behoeftigen het zwaarst treft); gesimuleerde marktwerking met perverse gevolgen; de tragiek van de goede bedoeling die door stapeling van controle en verantwoording teniet wordt gedaan. En dan is er nog de dubbelzinnige belofte van maatwerk ……

Paul Frissen is decaan en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in Den Haag en hoogleraar Bestuurskunde aan Tilburg University. Recent publiceerde hij Staat en taboe. Politiek van de goede dood (Amsterdam: Boom, 2018)

 

Van kwetsbaar naar hoopvol (gastspreker Micha de Winter)

Discussies over passend onderwijs en de transitie in de jeugdzorg lijken te worden gedomineerd door vraagstukken van sturing, regie, samenwerking en financiën. Daar worden professionals, ouders maar vooral ook kinderen niet veel wijzer van. De inhoudelijke vraag: ‘wat hebben kwetsbare kinderen nu eigenlijk nodig’ wordt maar al te vaak ondergesneeuwd door dit soort razend-interessante, maar voor kinderen volstrekt nutteloze kwesties. Maar er is reden tot hoop en optimisme. Want wie vanuit een inhoudelijk perspectief kijkt naar de vraag hoe je de ontwikkelingskansen van kwetsbare kinderen kan verbeteren en hoe je achterstanden kan voorkomen, ontdekt dat daarvoor talloze mogelijkheden bestaan. Die moeten we overigens niet alleen zoeken in het kind zelf of in de opvoedingscompetenties van de ouders, maar ook in contexten die we rond kinderen organiseren. Hoe gaan we op school en in de jeugdzorg om met ‘neurodiversiteit’, wat zou er gebeuren als we het idee van kwetsbaarheid en achterstand zèlf vervangen door het construeren van en ruimte geven aan mogelijkheden?

Micha de Winter sluit zijn lezing af met hoopgevende Sociale Pedagogiek:

  • Handelingsperspectieven cultiveren
  • Onderbreken van impulsieve oordelen
  • Optimisme voorleven
  • Participatie bevorderen

Micha de Winter, hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit Utrecht, pleit voor hoop en optimisme in opvoeding en onderwijs. Onder zijn leiding werd op 12 juni 2019 het eindrapport “Onvoldoende beschermd, geweld in de Nederlandse jeugdzorg van 1945 tot heden” aangeboden aan de ministers De Jonge en Dekker.

 

Verbeterde basisondersteuning in het VO door samenwerking school, ouders en jeugdhulpverlening (promovenda Jantien Gerdes)

Jantien Gerdes ging tijdens haar bijdrage in op haar analytisch raamwerk, een hulpmiddel om samenwerking te duiden.

Met in de bovenste rij: 1 + 1 =

In het 2e gedeelte van haar lezing ging ze in op wat haar raamwerk te maken heeft met de basisondersteuning op scholen. De leerlingen verwoorden het perfect in het filmpje van de LAB-dag, wat we tijdens het eindcongres eenmalig mochten laten zien: “voor mij zijn mijn vrienden en ouders het meest belangrijk” en ”ik wil meer buiten spelen”. 

 

Tussen beleidsintenties en beleidsuitkomsten; een wondere wereld (promovenda Sharon Stellaard)

Vier jaar lang heeft Sharon bevlogen en verwonderd onderzoek gedaan naar de verschillen tussen de beleidsintenties en beleidsuitkomsten van de Wet Passend Onderwijs en de Jeugdwet.

Ze was hierbij op zoek naar verklaringen voor de soms paradoxale uitkomsten van beide Wetten. Vragen die zij hierbij had waren; hoe kan de beleidsintentie om minder leerlingen te verwijzen naar het speciaal onderwijs een praktijk opleveren waarin er juist méér leerlingen worden verwezen? Hoe kan het aantal thuiszitters stijgen terwijl de beleidsintentie is om dit aantal te laten verminderen?

Ze ontwikkelde vanuit een bestuurskundige invalshoek een conceptueel kader voor de analyse van deze belangwekkende vragen. Vanuit dit kader heeft ze 76 diepte interviews afgenomen. Ze sprak voornamelijk met beleidsambtenaren en bestuurders van gemeenten, zorginstellingen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden passend onderwijs.

Deze interviews nam ze hoofdzakelijk af in Almere, Lelystad, Kampen en Zwolle. In haar lezing verwoordde haar collega’s diverse uitspraken uit de interviews.

Sharon zette de aanwezigen aan het werk, door ze een eendje van lego te laten maken. Uit een opdracht, met een instructieplaatje, een duidelijke eend, met dezelfde bouwstenen ontstonden alleen maar verschillende eenden.

Ze vervolgde haar lezing met duiding te geven aan het medieren van logica’s: “Je kunt wel heel veel problemen maken, maar dan moet je die ook weer oplossen….”.

En ze hield een vlammend pleidooi voor de vreemde eend: waar is de logica van het zich ontwikkelende kind? Waar is ons vertrouwen in kinderen gebleven? Waarom luisteren we niet beter? Kinderen willen op school samen zijn met vriendjes en vriendinnetjes, lekker buiten spelen. Niet hulpverleners maar vrienden en ouders zijn het meest belangrijk!

DANK VOOR DE INSPIRERENDE LEZINGEN!